In de rij voor de kassa in de supermarkt staan een vrouw en een jongen. De vrouw heeft lang haar dat ze zwart heeft geverfd. Ze is gekleed in een lange zwarte jas en oogt heel netjes. Ze is eigenlijk sjiek op een alternatieve manier. De jongen die bij haar staat is zonder enige twijfel haar zoon. Beide gezichten zijn smal en hebben een gave, blozende huid. De jongen zal ongeveer 16 zijn. Hij is ook helemaal in het zwart gekleed, maar hij trekt net iets meer bekijks dan zijn moeder. Het meisje achter de kassa probeert hem, net als ik, onopvallend te bestuderen. Op zijn zwarte jas, die overigens echt mooi zwart is en niet vaal, heeft hij allerlei emblemen met veiligheidsspelden bevestigd. Op de emblemen staan namen van bands, zoals Nirvana en Rage against the machine, maar ook teksten als ‘people = shit’. Op zijn jas ontdek ik ook nog een paar ijzeren punten, die we vaak bij punkers zien. Zijn haar heeft hij, net als zijn moeder, zwart geverfd, maar hij heeft er nog blonde highlights in laten zetten. Hij ziet er goed uit en ik kan me voorstellen dat er al vele tienermeisjes voor hem gevallen zijn. De moeder zet alle boodschappen op de band en samen wachten ze tot ze aan de beurt zijn. Ze zeggen niets tegen elkaar.
Nadat het meisje achter de kassa alle boodschappen heeft gescand, zet de moeder de producten weer terug in het winkelwagentje. Omdat het tafereel me herinnert aan de tijd waarin ik samen met mijn moeder boodschappen deed, vraag ik me af of de jongen haar zal helpen. Ik kan me overigens niet herinneren of ik zelf wel zo hulpvaardig was in mijn puberteit. Ik zie dat de jongen om zijn moeder heen loopt naar de boodschappen op de band, maar hij houdt zijn handen in zijn jaszakken. Dan loopt hij terug naar het winkelwagentje en graait erin. Terwijl ik me nog steeds afvraag of hij zijn moeder zal helpen of niet, zie ik dat hij zijn handen weer in zijn jaszakken stopt. Het valt bijna niet op, maar in zijn hand zie ik nog net een zakje snoep met een geel label. Ik kan mijn lachen bijna niet inhouden. Zo’n stoere jongen met een zakje snoepjes, nog roze van kleur ook. Het zijn van die zakjes snoep die je uitdeelt op kinderfeestjes. Waar kinderen om zeuren als je met ze door de supermarkt loopt. De jongen draait zich om en loopt naar het gedeelte waar zijn moeder de boodschappen zal gaan inpakken. De moeder betaalt en loopt met het winkelwagentje achter haar zoon aan. Voordat ik aan de beurt ben om te betalen, zie ik dat moeder en zoon met elkaar praten. Het ziet er heel gemoedelijk uit tussen die twee. Die jongen mag er dan stoer uitzien, maar van binnen is hij lang niet zo stoer als hij misschien zou willen. Zijn moeder is vast trots op hem.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *