Sinds een collega van me op klaarlichte dag met geweld van haar geld en pinpas is beroofd bij de pinautomaat, ben ik nog voorzichtiger geworden dan ik al was. Ik let altijd goed op of er niemand op me af komt die meer wil dan zijn eigen geld uit de muur halen. Daardoor kijk ik zenuwachtig naar alle hoeken van de straat, waardoor het net lijkt alsof ik 500 euro opneem en dat met mijn leven moet beschermen.
Vroeger stond ik altijd op m’n gemak te pinnen. De klaagzang van al die oude vrouwtjes die niet durfden te pinnen vond ik overdreven. Wat kon er nou gebeuren? Nu pas begrijp ik hun angst. Want iemand overvallen bij de pinautomaat is helemaal niet moeilijk. Ze nemen je in de houdgreep nadat je de pincode hebt ingetoetst, zodat zij zelf kunnen bepalen welk bedrag ze opnemen. Met de pinpas en het geld verdwijnen ze weer net zo snel als ze gekomen zijn.
Regelmatig zie ik een geldwagen de pinautomaten bijvullen. Dan probeer ik de medewerkers te bestuderen die dit werk verrichten. Hoe zien ze eruit? Hoe gaan zij om de wetenschap dat ze elk moment overvallen kunnen worden door de ‘Brinksbende’, een groep zware jongens die gespecialiseerd is in het beroven van geldwagens? En ook zijn de collega’s niet te vertrouwen. Even een paar eurootjes wegmoffelen is zo gepiept. Toen er laatst een geldwagen voor mijn neus wegreed, zag ik doodleuk op de achterkant staan: “Wij zoeken collega’s, iets voor jou?” Nou, ik dacht het niet. Laat dat maar over aan mensen die wel hun leven willen riskeren.