Bij de marktkraam voor mijn deur stonden de doosjes met aardbeien klaar om verkocht te worden. Zorgvuldig zocht ik een doosje uit waar geen tot weinig bedorven aardbeien in zaten. Toen ik een doosje had gevonden, ging ik in de rij staan. Het duurde erg lang voordat ik aan de beurt was. Naast me stond een jongen en ook hij had een doosje aardbeien in zijn hand.
Ik geen idee wie van ons eerder aan de beurt was om af te rekenen. Maar ik had geen haast en maakte geen aanstalten om mijn beurt op te eisen. “Jij bent eerder aan de beurt toch?” vroeg de jongen met een vriendelijke blik in zijn ogen. Ik haalde mijn schouders op en zei dat ik het niet wist. “Ga jij maar voor hoor,” zei ik. Maar de jongen schudde zijn hoofd en maakte een gebaar waarmee hij aangaf dat ik voor mocht gaan. Ik glimlachte en knikte. Zij aan zij en stapje voor stapje schuifelden we naar de kassa.
“Het is erg druk hè,” zei ik tegen de jongen. Hij knikte verlegen.
Toen we bijna aan de beurt waren pakte hij nog wat peren en appels. “Oh, ga jij maar eerst hoor, jij hebt nu zoveel in je handen,” zei ik tegen hem. “Nee, ga jij maar,” hield hij vol. “Maar jij mag wel hoor,” probeerde ik nog. Hij schudde glimlachend met zijn hoofd.
Toen we eindelijk mochten afrekenen keek ik naar hem. Hij had een piercing in zijn kin en zijn donkere haar stond met behulp van veel gel omhoog. Met zijn hand vol peren en appels maakte hij weer het gebaar om aan te geven dat ik voor mocht gaan. Vooruit dan maar, dacht ik. Anders zouden we hier morgen nog staan. Ik betaalde en voordat ik wegliep zei ik gedag tegen de jongen.
Hij zei ook gedag en kon eindelijk afrekenen. Met een glimlach op mijn gezicht liep ik terug naar huis. Soms ging aardig zijn een stapje te ver. Maar leuk was het wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *