Voordat we je kenden, spraken we al met bewondering over je. Want terwijl wij op school onze eerste lessen volgden, miste jij ze omdat je in Rwanda verbleef. Met die informatie in ons achterhoofd was het raar om kennis met je te maken. Opeens hoorde er een gezicht bij dat onwaarschijnlijke en vreselijke avontuur. Alle ogen in de klas waren op je gericht als was je een wezen van een andere planeet. In feite was je dat ook, we kenden behalve jou niemand die zich vrijwillig had laten uitzenden naar een oorlogsgebied.
Je liet weinig los over je ervaringen. Achteraf begrijpelijk, maar je stoere en nonchalante houding over iets dat zoveel indruk gemaakt moet hebben viel bij ons niet goed. We begrepen je niet.
Toen we je leerden kennen verdween de jongen met de oorlogservaringen. We verwelkomden een gewone jongen, goedlachs, vrolijk, optimistisch, spontaan en zeer sociaal.
Vier jaar lang trokken we intensief met elkaar op. We werden samen dronken, dansten de hele nacht in onze stamkroeg, kregen ruzie, maakten het weer goed en uiteindelijk verdween je uit ons leven. We informeerden bij elkaar hoe het met je was, het antwoord was altijd onzeker. Je zat overal en nergens en bleef nooit lang op dezelfde plek.
Een tijdje terug kreeg ik uit het niets een mailtje van je. Je was net teruggekeerd uit Congo en wilde weten hoe het met me was. We spraken af, dronken wat en praatten over je ervaringen. Je zat tegenover me in stoere kleren, maar dit keer had je nonchalance plaatsgemaakt voor emoties. Je had je eigen ervaringen toestemming gegeven om tot je door te dringen. Misschien geen bewuste, maar wel een menselijke en moedige keuze.
Inmiddels ben je weer vertrokken. Dit keer naar Tsjaad. We vragen ons af of het je goed zal doen. En of je heelhuids terug zal keren.
Na het gesprek tussen jou en mij bekijk ik je vertrek met andere ogen dan voorheen. Het raakt me dat je je wederom laat leiden door je onrust. Vooral omdat ik weet dat je zo hevig verlangt naar een plek waar je je in alle rust kan settelen en gelukkig kan zijn. Die rust heb je blijkbaar nog steeds niet gevonden.
Ik weet dat je oprecht bent als je zegt dat dit voor jou de manier is om iets voor de wereld te betekenen. Maar ik hoop dat je jezelf niet uit het oog verliest. Een mens kan nu eenmaal niet de hele wereld op zijn schouders nemen. Zelfs jij niet.