Mensen die bij me op bezoek kwamen merkten niets van Pixel’s grillen. Ze hield zich altijd angstvallig schuil achter de boekenkast. Bezoekers snoven hoogstens de geur op die Pixel achterliet. Krolsheid wil namelijk nog wel eens gepaard gaan met onzindelijkheid. Zelf merkte ik van alles aan Pixel. Ze was rusteloos, miauwde niet maar gilde de longen uit haar lijf en wilde niets liever dan constant bij me zijn. En hoewel Scooszi al is gecastreerd, vond hij zo’n krolse poes razend interessant. Hoog tijd dus om de dierenarts te bellen.
Bij het asiel mocht ik Pixel zelf naar de behandelkamer brengen. Ik klopte op de witte deur, wachtte tot ik een ‘ja’ hoorde en ging naar binnen. “Oh,” stamelde ik toen ik het tafereel zag: een dierenarts, een assistent, een assistente en twee katten die op hun rug lagen, alle acht de pootjes vastgebonden aan stangen, een operatiekleed over hun buik en beademingsapparatuur in hun mond. Ik gaf Pixel af, maakte me zorgen over het feit dat de dierenarts en zijn assistenten geen mondkapjes droegen maar ging er vanuit dat ze die nog zouden voordoen en fietste enigszins bezorgd terug naar huis.
Een paar uur later stond ik weer op de stoep en kreeg ik een versufte Pixel overhandigt. Met grote bange ogen staarde ze me aan. Zo snel als ik kon bracht ik haar naar haar veilige thuishaven, zette nieuwsgierige Scooszi op zolder en liet Pixel in alle rust door de kamer wankelen tot ze op haar kleedje neerplofte en in een diepe slaap viel. Stiekem was ik erg content met deze Pixel. Even geen uitbundig gemiauw, geen gekrab aan het behang, geen rondvliegende haren en geen spullen die omgegooid werden. Ik zou er bijna lachgas voor willen aanschaffen. Overigens heb ik voor de liefhebbers een fijne link naar een korte fotoreportage van de castratie van een poes gevonden. Vermaakt uzelf, dan ga ik weer verder met het bemoederen van Pixel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *