Op het moment dat ik aan mijn vroege jeugd denk, komen er in eerste instantie minder leuke herinneringen naar boven.
Pas als ik dieper in mijn geheugen graaf, kom ik de leuke herinneringen tegen. Maar daar moet ik wel mijn best voor doen.
Minder leuke gebeurtenissen zijn heftiger, intenser en blijven langer aan de oppervlakte drijven dan momenten van geluk.
Zo stamt mijn eerste herinnering uit de periode ergens tussen mijn nulde en mijn zesde, toen ik vaak naar het ziekenhuis moest vanwege mijn scheve voetje dat telkens opnieuw gespalkt moest worden. Ik herinner me de immens grote hal met kuipstoeltjes, waar veel mensen met sombere gezichten zaten te wachten. Als je aan de beurt was, werd je naam omgeroepen door een onpersoonlijke vrouwenstem.
De kinderkamer waar ik werd onderzocht bestond uit een bruinig tapijt, een grote spiegel met een rood fluwelen gordijn ervoor en een houten treintje in de kleuren viesrood, viesgroen en viesgeel.
Maar het ergste is mijn herinnering aan het spalken van mijn voetje: ik werd op mijn rug in een koude bak gelegd met om me heen zo’n vijf dokters en zusters die zich over me heen bogen. Mijn moeder mocht er niet bij zijn, zo ging dat in die tijd.
De tranen die ik toen huilde prijken nu nog op mijn netvlies. Ik schreeuwde alsof mijn leven er vanaf hing.
Het was de eerste keer dat ik me zo bewust machteloos voelde.
Ook denk ik nog met afschuw terug aan de tijd dat ik bij mijn moeder op schoot zat en we om de beurt een slokje melk namen uit een beker. Als ik daar aan terugdenk proef ik nog steeds die vieze smaak in mijn mond en ruik ik nog steeds de geur alsof de beker voor mijn neus staat. Dat ik zóiets moest drinken, walgelijk gewoon.
Mijn moeder stopte er gelukkig na een aantal pogingen mee. Dan maar een boerendochter die geen melk lust.
Zo zijn er nog een aantal minder leuke herinneringen die naar boven komen als ik aan mijn jeugd denk.

Maar als ik dieper graaf, kom ik bij de middagen waarop ik ging winkelen met mijn moeder om zondagse kleren te kopen. Helemaal feest was het als ik die zondagse kleren eindelijk naar school aan mocht, want ze waren veel mooier dan mijn gewone kleren.
Of ik kom terecht bij de Donald Duck die ik als eerste probeerde te bemachtigen als de postbode het tijdschrift in de brievenbus had gedaan, of het stiekem gooien van appeltjes op het dak van de schuur. Ook herinner ik me de hutten die ik bouwde en de koprollen die ik maakte in het gras dat opgehoopt werd tot een bult, de zogenaamde kuilbult.
Als ik nu naar mijn nichtje van vier kijk dan vraag ik me af wat zij zich allemaal zal herinneren als ze ouder wordt. Waarschijnlijk zal haar herinnering bestaan uit haar val in het zwembad tijdens de vakantie, waardoor ze zo’n diepe snee in haar kin opliep dat deze gehecht moest worden.
En als ze straks gaat verhuizen, zou ze zich dan nog het dorp herinneren waar ze de eerste vier jaar van haar leven heeft gewoond?
Ik herinner me maar weinig van mijn eerste drie jaar in het dorp waar ik woonde voordat we naar de boerderij verhuisden.
Het geheugen is selectief. Het is helaas geen harde schijf waarop je kan aanklikken wat je wilt zien.
Ik ben dan ook benieuwd. Wat is uw herinnering aan uw vroege jeugd?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *