Het zwembad waar ik regelmatig baantjes trek heeft sinds kort een aparte baan voor mensen die willen borstcrawlen.
Dat is fijn, aangezien de snelle en langzame zwemmers elkaar nu niet meer in de weg zitten.
Tenminste, dat is de bedoeling.
Sommige langzame zwemmers zijn het echter niet met deze afbakening eens. Want precies boven deze baan bevindt zich aan het plafond een buis. En juist díe buis wordt door sommige zwemmers als ijkpunt gebruikt wanneer ze op hun rug in langzaam tempo door het water glijden, zodat ze in een rechte lijn veilig de overkant bereiken.
Best slim bedacht.
Maar nu vertikken ze het om ‘hun’ stukje baan af te staan aan de borstcrawlers. Dat laten ze merken door in die baan in langzaam tempo stug door te zwemmen.
Ze worden links en rechts ingehaald, ondertussen bedolven onder het opspattende water, maar het lijkt hen niet te deren.
Doorbijters zijn het.
Gister was er weer zo’n doorbijter bezig.
“Kunt u niet in een andere baan gaan zwemmen?” vroeg een vrouw die kennelijk schoon genoeg had van de man.
Het was rustig in de andere banen, dat kon best.
De man schudde zijn hoofd.
“Maar u zwemt zó langzaam! U zit iedereen in de weg!”
De man legde zijn probleem van de buis uit en zwom verder. Op de rug, tergend langzaam, nauwlettend de buis in de gaten houdend.
De vrouw gaf niet toe aan zijn koppigheid. Tijdens het inhalen probeerde zo zoveel mogelijk stuwing en spetters te veroorzaken.
De man had er zichtbaar last van. Af en toe onderbrak hij zijn sportieve handelingen en keek geïrriteerd naar de vrouw.
Terwijl ik mijn heil in een andere baan zocht, bleven de man en de vrouw in elkaars vaarwater zitten.
Uiteindelijk verliet de man als eerste het strijdtoneel en ging douchen.
De vrouw haalde opgelucht adem en zwom als een echte winnares nog wat erebaantjes.
Zonder al te veel gespetter en stuwing dit keer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *