Drie meisjes van een jaar of twaalf hangen uit het raam. Af en toe laat één van de meisjes haar spuug naar beneden vallen.
Aan de overkant van de straat lopen twee vrouwen, ze zijn druk met elkaar in gesprek.
“Stomme rotwijven!” schalt de schelle kinderstem van het meisje dat in het midden staat opeens door de straat.
“Met je stomme legging!” roept het andere meisje.
Ze hebben een lolly in hun mond, maar ogen stoer. Ze giechelen amper. Meisjes van twaalf zijn niet meer de meisjes van vroeger.
“Godverdommese kutkinderen!” antwoordt de vrouw aan de andere kant van de straat. De vrouw gekleed in een minirokje en een jas met tijgerprint kijkt geïrriteerd naar de meisjes die niet onder de indruk lijken te zijn van haar scheldwoorden.
Terwijl de twee vrouwen doorlopen, vliegen nog wat scheldwoorden over en weer.
Als de vrouwen bijna uit zicht zijn, keert de vrouw in de minirok haar om en schreeuwt met een onvervalst Amsterdams accent:
“Vieze vuile kankerbuitenlanders! Rot toch op naar je eigen godverdommese kankerland!”
De woorden kaatsen hard tegen de muren van de huizen.
De kinderen giechelen en lijken wederom niet onder de indruk.
Ik wel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *