Na een bezoek aan de stijlkamer in het gigantische gebouw De Bazel op de Vijzelstraat, gespotte digitale kabouters in het Nederlands Instituut voor Mediakunst en galmende aria’s over de liefde in de Nieuwe Kerk zat de Museumnacht voor vriendin W. en mij erop.
Het was tijd voor een warm bakje thee in de Ierse Pub.
Misschien is dat gek, thee drinken in een kroeg op zaterdagavond. Het was buiten echter koud en aangezien ze geen warme chocolademelk serveerden werd het thee.
We kregen een grote mok met dampend water en een keur aan theezakjes die netjes gesorteerd in een rieten mandje lagen.
Lekker.
We babbelden, kletsten, lachten en dronken tussendoor van onze thee.
Nadat de lege kopjes een kwartier lang op tafel hadden gestaan, vroeg de ober of we nog iets wilden drinken.
Vriendin W. en ik keken elkaar aan. “Ach ja, waarom niet,” zeiden we tegen elkaar en bestelden nog twee thee.
De ober maakte de bestelling gereed. Wij verbaasden ons intussen over het feit dat veel obers in een Ierse Pub een kort geschoren koppie hebben.
De thee werd door een andere ober voor onze neus gezet en ik pakte mijn portemonnee om te betalen.
“No no, it’s oké,” zei hij en hij liep weg.
Vriendin W. en ik keken elkaar verbaasd aan.
Het zag er naar uit dat we deze thee gratis kregen. Of zou hij het op rekening zetten zodat we moesten betalen als we weggingen?
Nadat we het licht gekleurde water hadden opgedronken verlieten we de pub. Onzeker keken we naar de ober die ons de thee had geserveerd.
Hij zwaaide echter vriendelijk en trakteerde ons op een grote glimlach.
Eenmaal buiten vroegen we ons af of we nu sjans hadden of dat thee op zaterdagavond zo ongebruikelijk is dat we daarom het tweede bakje gratis kregen.
Glimlachend keken we elkaar aan.
“Sjans,” zeiden we in koor.
Giechelend verdwenen we uit zicht van de Ierse Pub.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *