Als je op het platteland woont of bent opgegroeid dan heb je iets extra’s, zei mijn leraar tekenen op school. Ik kon niet tekenen, maar besteedde veel aandacht aan de werkstukken die ik inleverde. Volgens hem straalden ze een groot verantwoordelijkheidsgevoel uit, dat inherent is aan het leven op een boerderij. Ik had er nooit bij stilgestaan, maar besefte dat hij gelijk had. Ik weet niet beter of mijn ouders staan altijd klaar voor de beesten. Wij gingen bijvoorbeeld nooit op vakantie. Een dagje Efteling of Ponypark Slagharen lukte nog net tussen het melken door, maar verder dan dat kwamen we niet. Overigens was dat voor ons heel normaal. We wisten niet beter.
Als je op het platteland woont of bent opgegroeid dan ga je anders om met de dingen des levens, zei een man op televisie. Tijdens de lammerperiode worden dode lammetjes geboren, kalfjes worden na de geboorte meteen gescheiden van hun moeder en het grootste gedeelte van het jaar staan de koeien op stal, vastgeketend aan de muur (tegenwoordig hebben veel boeren gelukkig een loopstal waar de koeien los rond kunnen lopen). Het hoort erbij. Je bent het gewend. Je weet niet beter.
Als je op de tegenpool van het platteland woont, oftewel op drie hoog achter in de stad, dan ga je onbewust anders kijken naar het leven op het platteland. Nu heb ik nooit veel opgehad met de boerderij, maar ik merk dat ik meer en meer moeite krijg met het reilen en zeilen aldaar. Eigenlijk wil ik dat de kalfjes bij hun moeder blijven en dat de koeien alle ruimte van de wereld krijgen. Een dood lammetje blijft een dood lammetje, daar kan ik weinig aan doen. Maar als ik op de boerderij ben dan raken gevoel en ratio met elkaar in conflict. Aan de ene kant weet ik niet beter, aan de andere kant wel.
Als je op de tegenpool van het platteland woont, oftewel op drie hoog achter in de stad, dan ben je het boerenleven niet meer gewend. Er verandert iets in je. Er is iets veranderd in mij. Ik ben me ervan bewust dat ik anders naar het boerenleven kijk. Dat ik ongemerkt vervreemd ben geraakt van dat leven. Aan de ene kant hoort het bij me, aan de andere kant niet.
Ik raak mijn stukje innerlijke platteland langzaam maar zeker kwijt.