Het gros van de mensen dat op aarde rondloopt heeft last van een slechte adem. Op basis van deze constatering vraag ik mij elke keer af als ik naar een theatervoorstelling kijk of de acteurs last hebben van elkaars mondgeur. Acteurs op het podium staan soms dicht tegenover elkaar te praten, te schreeuwen of zoals woensdagavond tijdens Porgy & Bess te zingen met een wijd geopende mond. Je moet er toch niet aan denken dat de tegenspeler zich zit te verbijten omdat hij een nare mondgeur moet weerstaan. Hij mag niets laten merken van de bedwelming, hij kan niet weglopen of zijn tegenspeler een kauwgompje aanbieden. Ik vraag me dan ook af of de acteurs misschien een mondspray gebruiken, maar het lijkt me dat het effect van zo’n spray na enige tijd ook wel is uitgewerkt.
Muzikanten die in een orkestbak spelen gebruiken in ieder geval geen extra middelen om een slechte adem tegen te gaan. Dat hoeft ook niet zou je denken. Maar de zus van vriendin A. vertelde me gister dat ze een tijd lang naast een dwarsfluittist had gezeten in een orkestbak. De dwarsfluit was het verlengstuk van de adem van de muzikant en blies de nare geur keer op keer in haar gezicht. Het was niet te harden. Gelukkig mocht ze na enige tijd aan de andere zijde van de dwarsfluittist zitten en was het probleem opgelost.
In het dagelijks leven zullen we nooit tegen iemand zeggen dat hij of zij een slechte adem heeft. Hoogstens zullen we non-verbale signalen afgeven, door een kauwgompje aan te bieden of meer afstand te nemen.
Ik vraag me af of iemand er wel eens bij stil staat dat er op dit onderwerp eigenlijk een groot taboe rust. Het is een onbespreekbaar onderwerp. Het is natuurlijk ook heel rot om te horen dat je uit je mond stinkt. Daar word je echt niet blij van. Maar ik zou me zo kunnen voorstellen dat acteurs dit onderwerp juist wel aanroeren, anders wordt het acteren een nog grotere opgave dan het al is.