Een schattig klein meisje met twee blonde vrolijke staartjes staat klaar om te steppen over een natgeregende stoep. Tegenover haar staat een man te wachten. Hij ziet er goed uit, mooi hoofd, mooie kleren.
Plots begint het meisje te steppen en de man te lopen. Rakelings passeren ze elkaar. De man lacht naar het meisje, dat na een paar meter afstapt en de step aan een andere man geeft. Die rijdt de step weer terug naar de plek waar ze begon met steppen. De man die haar passeerde, loopt terug, passeert haar nogmaals en gaat weer staan op de plek waar hij zonet stond. Dan herhaalt het hele tafereel zich, om zich daarna nog zo’n tien keer te herhalen, soms met een kleine verandering. “Misschien is het leuk als hij een sprongetje naar rechts maakt als ze elkaar passeren.”
De volgende vijf keer maakt de man een sprongetje naar rechts.
De mensen op het terras erachter kijken gespannen toe, onderwijl likkend aan een ijsje of nippend aan een drankje. Dan roept de regisseur dat het erop staat en verplaatst de hele set zich naar een andere plek.
Ik was beland bij de opnames van de Nederlandse speelfilm ‘Overspel’. Het is een werktitel, die nog veranderd kan worden. Ik fietste er toevallig langs, net als vele anderen. We bleven als in een trance kijken naar steeds dezelfde scène. De magie van een filmset heeft uitwerking op bijna iedereen. Maar voor mij verdween de magie al snel toen ik terugdacht aan de opleiding die ik heb gevolgd waarin ik videofilmpjes maakte. Telkens dat gesjouw met spullen en de bemoeizucht van iedereen die denkt dat het veranderen van een klein detail een overweldigend resultaat zal opleveren.
Ik heb geen spijt dat ik uit dit wereldje ben gestapt, maar gister besefte ik weer hoe heerlijk het was om helemaal op te gaan in je werk, om je allerbeste beentje voor te zetten en keihard te werken voor het allerbeste resultaat. Heel af en toe mis ik dat nog wel eens.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *