Vrolijk huppelt het kleine meisje voor mijn ogen heen en weer. Haar handschoenen die met touwtjes aan elkaar bevestigd zijn dansen uit de maat met haar mee. Op de stoel naast me ligt haar rugzak in de vorm van Winnie the Pooh, waar een Teletubbiehoofd uitsteekt. Een andere Teletubbie zit op de stoel aan mijn andere zijde.
Het meisje huppelt naar haar rugtas en haalt de Teletubbie eruit. “Pooo,” zegt ze op een zangerige toon en ze huppelt met de pop naar een lege stoel, waar ze probeert hem rechtop te laten zitten. Po strubbelt tegen en valt om. Het meisje geeft niet op en na een aantal pogingen zit hij fier rechtop.
Even kijkt ze tevreden naar de pop, balt dan plots haar kleine vuistje en met een rechtse hoek slaat ze Po knock-out. Met een trotse blik in haar ogen kijkt ze me lachend aan. Ik probeer terug te glimlachen, maar ben te verbaasd over haar ferme rechtse hoek, die ik bij mijn kleine nichtje nog nooit heb gezien.
Po blijft echter niet lang knock-out en zit een paar minuten later met een vrolijk gezicht weer rechtop. Echter niet voor lang, al snel wordt hij hardhandig tegen de grond gesmakt. Po vindt het wel best, Po blijft lachen.
Als het meisje door haar moeder mee naar huis wordt geroepen zet ze haar rugzak op mijn schoot en geeft mij haar poppen. Ik duw Laa-laa en Po voorzichtig koppie onder in de buik van Winnie en rits de rugzak dicht.
Met haar rugzak huppelt ze naar de uitgestoken hand van haar moeder, die me vriendelijk toeknikt. Terwijl ze samen uit zicht verdwijnen vraag ik me af wie het volgende slachtoffer van haar hardhandige rechtse hoek zal worden.