“Weet je wat keukensociologie is?” vroeg hij me.
Ik krabde mezelf achter de oren en antwoordde ontkennend. Ik had geen flauw idee, maar zo’n woord kon niets anders dan een geweldige uitleg herbergen.
Hij begon te vertellen:
“In de keuken pak ik altijd het bovenste bord van de stapel, de voorste beker in de rij en de eerste pan uit het keukenkastje. Als ik ze na gebruik afwas zet ik ze op dezelfde plaats terug, zodat ik hetzelfde bord, dezelfde beker en dezelfde pan weer als eerste en vaak als enige gebruik. Dat is best zielig voor de andere keukenspullen. Die liggen maar stof te vangen in de kast en hebben verder geen enkel nut.”
In gedachten scande ik de spullen in mijn keuken. Hij had gelijk, ik pakte altijd dezelfde spullen.
Hij vertelde verder:
“Keukensociologie houdt in dat je sociaal bent voor de spullen in je keuken. Het bord dat ik altijd gebruik leg ik nu onderaan de stapel, de beker zet ik achter de rij andere bekers en de andere pannen in het keukenkastje schuif ik naar voren.”
Aha.
Vandaag drink ik dus thee uit een zwarte mok uit Wenen die al jaren achter in de kast heeft gestaan. Ik was helemaal vergeten dat het best een fijne mok is om thee uit te drinken.
Morgen gebruik ik het onderste bord voor mijn ontbijt en vanavond ga ik een pan gebruiken die ik anders nooit gebruik.
Keukensociologie toepassen is helemaal zo gek nog niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *