Bijna iedereen die met de trein reist doet zijn best om de stoel naast hem of haar onbezet te houden. De volle weekendtas is hiervoor het meest gebruikte wapen. Ik doe er zelf nog een schepje bovenop, door net te doen alsof ik slaap. Niemand die me lastig durft te vallen.
Soms is het te druk in de trein om de plaats naast me onbezet te houden, zoals gister. Ik had echter de plek naast me al een tijdje met succes verdedigd.
Toen we weer stopten bij een station waar veel mensen stonden te wachten op de trein, leunde ik met mijn hoofd tegen het raam en hield mijn ogen gesloten.
Ik sliep.
Ik hoorde de mensen binnen stommelen, hun pas inhoudend als ze mijn zitplaats naderden en verder zoekend als ze me zagen. Het was misschien een beetje a-sociaal, maar wel doeltreffend. Er was tenslotte nog genoeg plek om ergens anders te zitten. Terwijl ik mijn ogen gesloten hield, rook ik dat er iemand op de nog vrije tweezitsbank voor me ging zitten. Een onaangename geur drong tot diep in mijn neus door en prikkelde mijn hersenen. Dat is ook een manier om de plaats naast je onbezet te houden.
Ik rook een mengelmoes van alcohol, sigaretten en zweet. Oud zweet welteverstaan, dat nog net een tikkeltje erger riekt dan vers zweet. Ik opende mijn ogen om te kijken wie deze riekende persoon was. Het was een gezette man wiens grote groene t-shirt eruit zag alsof het een opslagplaats was van alle viezigheid die hij op zijn reis was tegengekomen. Zijn blauwe pet stond scheef op zijn hoofd en zijn natte krullen kwamen nog net tevoorschijn.
De stank werd erger toen hij ging eten, ik kon helaas niet zien wat hij at en kon de geur niet plaatsen. Inmiddels moest ik de plaats naast mij weggeven aan een oudere dame, die naast me ging zitten en een kwartier lang diep in en uit ademde. Ze had vast gerend om de trein te kunnen halen.
De plek naast de riekende man bleef maar onbezet, tot de laatste reizigers de coupé binnenkwamen. Een oudere man nam de plaats in beslag. Ik vond het een hele prestatie dat hij dit aandurfde.
De riekende man las een blaadje over motorraces. De oudere man naast hem knoopte aan de hand van dit blaadje een praatje met hem aan. Dat vond ik een nog grotere prestatie, aangezien ik vermoedde dat de riekende man erg uit zijn mond moest stinken. Maar door dit praatje kwam de aap uit de mouw.
De riekende man was een gewone man uit Den Haag die bij de TT-races in Assen was geweest.
Hij had in twee dagen geen douche gezien. Natuurlijk had hij veel gefeest, veel bier tot zich genomen en tot overmaat van ramp was hij vandaag nog flink nat geregend ook. De motorraces waren afgelopen en hij was op weg naar huis, waar zijn vrouw op hem zat te wachten. Eenmaal thuis zou hij onder de douche stappen, schone kleren aantrekken en tandenpoetsen. Ik luisterde nog even naar de verhalen over de 125CC klasse, maar leunde toen weer met mijn hoofd tegen het raam en sloot mijn ogen. De riekende en de oudere man babbelden samen nog honderduit verder.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *