De vrouw vertelde tijdens het afrekenen dat ze nu in de buurt van Brakel woonde. “Naast het bos, een ontzettend rustige plek.”
Heerlijk, vond de man achter de kassa. Dat beaamde de vrouw. “Maar,” zei ze, “nu ik weer in Amsterdam ben geniet ik ontzettend van de stad. Hier is toch wat meer reuring hè.” Om te concluderen dat een mens nooit helemaal tevree is en het gras elders altijd groener is.

Precies waar ik ook last van heb. Wanneer je een kind krijgt, groeit het verlangen naar een groot huis met tuin. Bij mij tenminste wel. Maar ik heb moeite met het verlaten van de buurt waar ik nu woon. Want ik weet maar al te goed hoe het was om ‘op een ontzettend rustige plek’ op te groeien. Ik voelde me afgesneden van de wereld waarin mijn vriendjes en vriendinnetjes leefden: zij gingen ’s avonds stoepranden, ik zat 3 kilometer verderop in mijn upje op de boerderij.

Vrienden, kennissen en collega’s hebben zo hun eigen mening. Het merendeel vindt toch wel dat we moeten verkassen. Ik klamp me vast aan de verhalen van mensen die hun kinderen midden in de stad op drie hoog hebben opgevoed. En daar absoluut geen spijt van hebben. Maar toch blijft er een verlangen naar vrijheid. Even naar het strand, even naar het bos, even in de tuin zitten.

Het was iets met gras en de kleur groen…

13 reacties

  1. volg je hart, meis. iedereen heeft een mening, maar als het om jouw kind gaat, zijn er maar een paar meningen die tellen. and mama knows best! ; )

    o en alles heeft zo z’n voor- en nadelen. als een kindje maar een fijn thuis heeft. waar dan ook.

  2. Lekker belangrijk wat anderen vinden over waar jullie wonen. Bovendien hoeft niets op stel en sprong – neem je tijd, kijk wat rond en besluit. Geen overhaaste beslissingen nemen!

  3. Hier ook een boerderij-meisje in de stad. Wél met een tuin, dat scheelt al zó veel!

  4. In de stad hoef je minder ver te reizen naar je werk en heb je dus meer tijd om met je kind naar het park,of naar Artis of naar het Amsterdamse bos, of naar het zwembad, of naar de speeltuin of naar de kinderboerderij te gaan.
    In de stad wordt veel meer georganiseerd voor kinderen (vanaf een jaar of 2 dan).
    In de stad heb je veel meer keus als het gaat om scholen en verenigingen.
    In de stad is het veel leuker voor ouders.
    In de stad kun je je appartement op drie hoog prima combineren met een volkstuintje of een plekje op Bakkum.

    Nog meer argumenten nodig?

  5. spelen kun je in het park. in een speeltuintje. in de buurt kun je wandelen en genieten van natuur om je heen, bij iemand in de voortuin kun je verhalen vertellen over bloemen en planten. er is altijd een oplossing. kinderen zijn enorm flexibel en zullen die vragen minder snel stellen die ouders zichzelf stellen. las laatst een verhaal van een gezin met 11 kinderen. stapelbedden, maar 5 minuten douchen, iedereen had vaste taken. vonden die kinderen het erg? verlangden zij naar anders, beter? nee, ze vonden het leuk. knus. gezellig. creatief worden lijkt me een leuke en uitdagende overweging! 🙂

  6. Ik ben zelf opgegroeid in een flat, op zes hoog zelfs 😉 Speeltuin voor de deur, en mijn moeder kon me vanaf het balkon in de gaten houden. Ik heb ervan genoten, en ben een echt stadsmeisje, dus kan me niet voorstellen op het ‘platteland’ op te hebben moeten groeien… Maar hoe kun jij nu voorspellen wat je zoon later daarvan denkt? Laat je in ieder geval niet leiden door wat je denkt dat moet. Een stad heeft nu eenmaal niet alles van het platteland, zoals het platteland ook niet alles van een stad heeft… Dat blijft, dus de perfecte plek om te wonen bestaat toch niet.

  7. Kinderen vinden het overal prachtig. Ik ging in A’dam elke dag met Merlijn naar het park, heerlijk vond hij dat. Ik baalde wel van onze kleine balkonnetjes, die mis ik ook echt niet. Hier heeft hij een achterommetje, speelt hij in de tuin, op de trampoline en in zijn speelhuisje, en kan hij naar de buurkinderen fietsen zonder gevaar. Ik vind dat veel fijner opgroeien, maar ik denk dat kinderen zich gewoon aanpassen aan waar ze opgroeien en toch wel plezier hebben, waar dan ook.

  8. Er is natuurlijk een groot verschil tussen de stad/het centrum (maar ik weet natuurlijk niet precies hoe je woont) en een boerderij. Daar zitten nog gewone wijken of dorpen tussen. Ik woon in een dorp en vind het heerlijk. Inderdaad ook om de vrijheid die de kinderen hier hebben.

  9. Zoals Toaske zegt, ver weg van alles wonen en hartje centrum zijn twee uitersten, er zit nog van alles tussen. Maar het gaat er vooral om waar jullie behoefte aan hebben. Kan me goed voorstellen dat meer ruimte aanspreekt, maar dat je toch ook niet graag je huidige woonomgeving verlaat. Denk dat vanzelf wel duidelijk wordt wat het beste voelt!

  10. Vroegah toen wij nog om de hoek voetbalden (ja, ik voetbalde gewoon met de guys mee), kwam er wel eens een auto de hoek omzeilen, waar we dan successievelijk overheen sprongen om de bal nog te kunnen halen.
    Ik ben een stadskind in hart en nieren en heb de tofste jeugd gehad die ik me ooit kan bedenken. Die gaat Dylan vast ook krijgen! :-p

  11. Ach, overal is wel iets op aan te merken (daar troost ik mezelf mee als ik van 9 hoog naar beneden kijk).

  12. Als ik het zo lees, dan is het ontbreken van vriendinnetjes en vriendjes in de buurt hetgeen dat jij in jouw jeugd hebt gemist. Dus volgens mij is dat het belangrijkste: wonen er straks speelkameraadjes voor Dylan in de buurt? Verder zijn kinderen fantasierijk genoeg om ook zonder tuin leuk te spelen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *