“Hoi Aukje.” Ik hoor het hem nog zeggen. Als vanuit het niets stond hij plots naast me. Ik typeerde hem als ‘raar’ en zocht nooit uit mezelf contact met hem. Op school was hij een einzelgänger, hij leefde in zijn eigen wereld en bemoeide zich niet met anderen. Na school, in de bus naar huis kwam hij soms naast me zitten. Twintig minuten lang deed ik gemaakt aardig en mijn best om het gesprek te onderhouden. De opluchting was groot als de bus de halte had bereikt waar ik kon uitstappen. Bij het wegrijden zag ik nog net hoe hij op ‘zijn’ plek in de bus ging zitten. Achterin, in het hoekje. Op die plek zat hij vorige week weer, toen ik met de bus naar mijn ouders ging. Misschien zag of herkende hij me niet, maar de stoel naast me bleef onbezet. Stiekem bekeek ik hem in de weerspiegeling van het glas. Hij leek niets veranderd, maar voor mij was er wel degelijk een verschil met dertien jaar geleden, aangezien zijn leven een voor mij onverwachte wending had genomen. Oud bekenden hadden me al eens toegefluisterd dat hij de ‘verkeerde’ kant op was gegaan. Ik raadpleegde internet. De geruchten bleken tot mijn grote verbazing waar te zijn. Lid van een extreemrechtse partij sinds 1992, actief lid sinds 1994. Op dit moment is hij een van de belangrijkste figuren binnen de extreemrechtse partij waar hij lid van is. Op een klasgenoot die iets heeft bereikt in zijn leven kan ik trots zijn, maar bij hem is dat geenszins het geval. Ik kan alleen maar hopen dat zijn carrière snel in duigen zal vallen.
2004-03-24