Al fluitend en genietend van het mooie weer fietste ik naar de andere kant van de stad. Vandaag had ik voor het eerst sinds maanden weer zangles. Ik had het gemist, en stond te trappelen om weer te beginnen. Door het mooie weer was het erg druk in de stad. Ik moest opletten of ik niet werd overreden door auto’s die inparkeerden of afsloegen en geen oog hadden voor fietsers. Toen ik de Kinkerstraat wilde oversteken zag ik dat het stoplicht op groen stond. Ik was aardig wat meters verwijderd van de straat en gaf gas om het stoplicht nog te kunnen halen. Het stoplicht bleef op groen staan, en ik zou het nu makkelijk kunnen halen. Ik voerde mijn snelheid nog iets op en zag in mijn linkerooghoek een fietser van links naderen. Hij fietste snel en niets wees erop dat hij voor mij zou afremmen. Ik vertike het om voor hem af te remmen. We naderden elkaar met hoge snelheid. Een botsing leek onvermijdelijk. Toen hij merkte dat ik niets toegaf gooide hij op het allerlaatste nippertje zijn stuur om en trapte bovenop de rem. ‘Haaalloooo!!!’ riep ik geïrriteerd toen ik hem op een haar na miste. Ik vond dat ik hem nog iets mee moest geven. ‘Eikel!’ schreeuwde ik toen en fietste verder. Zo, dat had hij verdiend.
Honderd meter verderop keek ik achterom, bang als ik was dat hij me zou achtervolgen. Je wist maar nooit wat voor gespuis er op die fiets zat. De man bleef staan waar hij stond. Hopelijk had hij nu zijn lesje geleerd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *