De Mirandabad is een zwembad dat patent lijkt te hebben op het aannemen van zeer goed ogende badmeesters. Je zou je bijna vrijwillig laten verdrinken om gered te worden door die schone prins op badslippers, die dan natuurlijk wel mond-op-mond beademing moet toepassen.
Het is ook fijn om gered te worden door de brandweer, vooral als ze in zwembroekje rondhuppelen op de zonneweide naast het zwembad.
Ik spotte ze toen ik op mijn handdoek lag te zonnen. Ongegeneerd keek ik naar de gespierde en gebruinde lijven die onder de brandweerkleding tevoorschijn kwamen. Ik had een goede mannenweek besefte ik me.
Een paar lieden van de brandweer spotte mij ook, riepen iets, ik riep iets terug en zwaaide.
Nadat ze een half uur lang waren gedrilled in het zwembad was het tijd voor vermaak. Eén brandweerman besloot om zijn vermaak bij mij te zoeken. Hij vlijde zijn gespierde lichaam voor me neer en stelde zich aan me voor met een ferme handdruk. Hij hoefde niets meer te zeggen, ik was al helemaal om en onder de indruk van mijn uitzicht. Maar hij kon nog aardig babbelen ook.
We negeerden de opmerkingen van de andere brandweerlieden en hadden het voor dat korte moment gezellig met elkaar. Ik vertelde hem hoe ik heette, waar ik woonde, waar ik werkte, hou oud ik was, dat ik log, waar ik uitging en nog meer dingen die ik nooit zomaar tegen een man vertel. Het feit dat hij een brandweerman was in combinatie met zijn vriendelijke houding zette mijn argwaan schijnbaar erg gemakkelijk opzij. Maar het werd tijd om naar huis te gaan, het werk wachtte op me.
We zeiden gedag en misschien tot ziens.
Eenmaal uit zicht glimlachte ik. De glimlach prijkte de gehele dag op mijn gezicht. Misschien moet ik één dezer dagen maar eens vast komen te zitten in de lift ofzo.