Bij de improvisatieworkshop die ik volgde deed een man mee met een halve arm.
Hij had een geweldige uitstraling, een prachtige zangstem en een vlotte babbel.
Zijn armen volgden zijn babbel. En dat was zo bijzonder aan hem. Hij verstopte zijn halve arm niet, maar liet het meedoen aan het gesprek. Beide armen zetten zijn woorden kracht bij.
Het was moeilijk om mijn ogen op zijn hoofd gericht te houden en niet te kijken naar wat voor bewegingen zijn halve arm maakte.
Met negen personen volgden we de workshop. We begonnen met het opwarmen van het lichaam. Fijne oefeningen zijn dat. Van boven naar beneden op je benen slaan, op je kont slaan, over je buik en gezicht wrijven en over elkaars rug wrijven. We vormden een treintje, de één wreef over de rug van degene die voor hem of haar stond, maar werd zelf ook verwend door degene die achter hem of haar stond.
Achter mij stond de man met de halve arm. Hoewel er in plaats van een hand een stompje over mijn rug wreef, merkte ik er niks van.
Geweldig.
Van mij mocht hij uren doorgaan.
Heerlijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *