Het moest er toch van komen. Want ik had A gezegd.
Dus zei ik B.
En met die B belandde ik gister met vriendin A. op het strand, dat ik al een hele lange tijd niet meer had bezocht. Het was rustig op het strand. We hadden veel ruimte om ongestoord te zonnen, al gooide de wind zand in het eten. Trouwens ook in het drinken, de tijdschriften en de rest van onze uitrusting. Daar kon ons windscherm niet tegenop. Maar jeetje, het was best leuk op het strand!
Een beetje liggen, een beetje doezelen, een beetje kletsen, een beetje lezen, een beetje eten en drinken met een beetje zand tussen de kiezen. En natuurlijk moest ik de kracht van de zee ondervinden. Ik probeerde me een weg door de golven te banen, werd mee terug genomen, en weer verder gezwiept. Ik dook over de golven, door de golven heen en liet me meesleuren door hun onuitputtelijke kracht. Kopje onder was niet zo’n goed idee, de zee herinnerde me er genadeloos aan hoe vies het water smaakte. De zee maakte me al snel moe zodat ik met een souvenir in de hand de luiheid van het zand weer opzocht.
pastedGraphic_33.png
Eenmaal thuis kon ik meteen de boel stofzuigen vanwege al dat zand dat zich in mijn tas en spullen had verstopt. En een tweede souvenir ontpopte zich later op de avond op mijn bil: een grote rode verbrande plek. Factor 30 had zijn werk voor de rest wel goed gedaan.
Ondanks dat ik geen strandmens ben, zal ik me snel weer op het strand melden. Want ik heb toch een lekker daggie gehad op die populaire zandvlakte.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *