In Amsterdam zijn we gewend aan een 24-uurs-economie. Hemelvaartsdag geeft me dan ook de kriebels, want opeens moet ik nadenken over wat ik allemaal in moet slaan om één dag zonder supermarkt door te komen. Het klinkt erger dan het is, besef ik me eenmaal als de dag zorgeloos voorbij is gegaan. Want natuurlijk lijd ik niet aan een voedseltekort omdat mijn broodbeleg op blijkt te zijn en ik morgen pas weer naar de supermarkt kan. Maar je mentaliteit wordt wel gevormd door het maatschappelijk leven om je heen.
Die mentaliteit is anders bij mensen op het platteland. Zij halen één keer per week boodschappen en houden er zelfs rekening mee dat de winkel tussen de middag een uurtje is gesloten. Ik merk dat mijn mentaliteit ook veranderd als ik op het platteland ben. Er zijn geen etalages en uithangborden die me prikkelen om iets te kopen. Als ik door Amsterdam fiets word ik om de haverklap geconfronteerd met etalages waar mooie kleding wordt aangeprezen. Dan is het moeilijk om me in te houden en er geen geld aan uit te geven. Misschien dat de winkels vandaag allemaal gesloten zijn, maar nu staat er voor mijn deur een speciale ‘hemelvaartsmarkt’. Het geeft me een geruststellend gevoel dat ik toch nog iets kan kopen als ik iets nodig blijk te hebben, maar de prikkeling om iets te kopen blijft ook aanwezig.
Het Amsterdamse leven heeft me echt verwend.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *