Twaalf uur ’s nachts. Ik passeer al fietsend een verlaten bouwterrein en een verlaten kantoorpand met een verlaten plein ertussen. Ik houd stil om de sfeer in me op te nemen. Ik voel mijn angst, maar mijn wil is sterker.
Ik scan het plein. Niemand te zien. Ik besluit de stoute schoenen aan te trekken en zet mijn fiets tegen een plantenbak. Ik rits mijn tas open en pak mijn digitale camera. Voordat ik me in de openheid van het plein begeef spits ik mijn oren. In de verte hoor ik stemmen en voetstappen die zachtjes tegen de hoge muren van het kantoorgebouw kaatsen. Ik verstop mezelf achter de grote plantenbak en wacht tot de mannen uit zicht zijn.
Dan maak ik met een kloppend hart foto’s van het bouwterrein. De sfeer is mysterieus. Buitenaards. Onheilspellend. De machines zijn in diepe slaap, de wind heeft een stuk bouwplastic losgerukt en laat het klapperen. Ik zou hier de hele nacht kunnen rondhangen, genietend van de mysterieuze sfeer en er foto’s van makend.
Als ik constateer dat mijn geheugenkaart vol is, zie ik in de verte een gestalte naderen. Ik berg mijn camera op en loop met grote passen naar mijn fiets. De man nadert snel en op het moment dat ik mijn fiets omkeer en weg wil rijden staan we oog in oog met elkaar. Ik zie een niet begrijpende blik in zijn ogen en een verbaasde doch vriendelijke glimlach. Ik doe alsof mijn neus bloedt, alsof het normaal is dat ik mij op dit tijdstip op een verlaten plein bevind en fiets zo snel mogelijk weg.
Thuis aangekomen blijken de foto’s onscherp. Verkeerde instelling en een hand die niet steady genoeg was. Hun vaagheid ademt echter wel de mysterieuze sfeer die ik op dat moment proefde.
Mocht er een volgende keer komen dan neem ik een statief mee. En een bodybuilder.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *