Rembrandt van Rijn (1606/7-1669), wie kent hem niet, woonde tussen 1639 en 1658 in een huis aan de Sint-Anthonisbreestraat (tegenwoordig de Jodenbreestraat) in Amsterdam. Een dure woning waarvan hij het bedrag, 13.000 gulden, niet in één keer kon betalen. Hij mocht het daarom in termijnen betalen maar kon dit vanaf 1652 niet meer opbrengen. Want ondanks zijn succes als schilder leefde hij boven zijn stand. Een faillissement volgde en Rembrandt verhuisde noodgedwongen naar een huurhuis op de Rozengracht.
Door het faillissement is destijds een lijst opgesteld met de te verkopen inboedel en aan de hand van die lijst heeft Stiching Rembrandthuis (opgericht in 1907) in 1999 het huis in zijn oorspronkelijke staat terug weten te brengen. Daar zetelt nu het Museum Rembrandthuis, met een nieuwe vleugel waar tentoonstellingen worden georganiseerd. Het museum is een trekpleister voor toeristen en 65-plussers en alleen daarom al dient het vermeden te worden, want Amsterdammers willen nu eenmaal niet graag vertoeven tussen dat gepeupel.
Lees verder op Eeuwig Weekend.