Amsterdam herbergt vele prachtige plekjes waar ik vaak voorbij fiets maar nooit naar toe ga. Plekjes die vooral door toeristen worden bezocht en daardoor vermeden dienen te worden. Toeristen in Amsterdam rij je omver met de fiets of wijs je de weg, maar je gaat niet sámen met ze naar een toeristische trekpleister.

Ach, wat een onzin toch. Waarom niet eigenlijk? Omdat het er dan te druk is? Bijvoorbeeld ja! Maar sinds dit jaar heb ik in vriendin S. een medestander gevonden. En bezoeken we beroemde plekken in Amsterdam die wij interessant vinden. In mei was dat een hofjeswandeling in de Jordaan, in september Open Monumentendag (Trippenhuis en Huis van Brienen), in oktober de Hermitage en vandaag het Rembrandthuis.

Vanuit het atelier van Rembrandt hadden we uitzicht op een klein scheef vrijstaand huisje aan het water. Een blikvanger, vooral in het donker van afstand al waarneembaar door de lichtjes op de gevel. Tig keer gezien, tig keer met bewondering naar gekeken, maar nooit de moeite genomen om er naar binnen te gaan.

Vriendin S. en ik knikten naar elkaar, deelden dezelfde gedachte. Na de tour in het Rembrandthuis dronken we wat in dat kleine huisje. Gebouwd in 1695, vroeger dienst gedaan als sluiswachtershuis waar de naam van het café nog naar verwijst: Café de Sluyswacht. Hartstikke scheef met hippe mensen beneden en toeristen boven vanwege het prachtige uitzicht:

Uitzicht Café de Sluyswacht

(klik voor groter) 

En zo konden we weer twee beroemde toeristenplekken van onze lijst strepen.

3 reacties

  1. Ja, Mokum = master!

    (Deze popi taal bezigde ik enkel om de beginrijm, dat je het weet)

  2. Toeristje spelen in eigen stad is hartstikke leuk, en je leert nog ‘ns wat. Vaak is het lastig te zien wat er vlak onder je neus ligt, en door zo af en toe toeristje te spelen leer je weer kijken naar wat er om je heen te vinden is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *