De Italiaanse jazzzangeres Roberta Gambarini is technisch een zeer begaafde zangeres. Ze debuteerde op zeventienjarige leeftijd al in jazzclubs en mocht met grote namen als Dave Brubeck, Herbie Hancock en Toots Thielemans spelen. Opvallend aan haar performances is het scatten dat ze veelvuldig inzet. Vanaf haar twaalfde kreeg ze clarinetles en het is duidelijk dat dit instrument van invloed is op haar huidige spel, zeker wanneer ze met haar stem een trompet met demper imiteert tijdens het door Bruno Martino gecomponeerde stuk ‘Estato’.

Maar hoe goed een zangeres ook is, alles staat of valt met haar podiumpresence. De toeschouwer moet binding voelen met degene die op het podium staat, hem of haar leuk vinden en hij of zij moet iets losmaken bij de mensen. En eigenlijk is vanaf moment één duidelijk dat deze verschrikkelijk goede zangeres mij in de verste verte niet raakt. Hoezeer ik haar kunsten ook bewonder, ik vind het saai en smakeloos. Ze schudt het allemaal net iets te makkelijk uit haar mouw, haar kledingkeuze is vreselijk en haar uitstraling hard. Als toeschouwer kun je je aangesproken voelen door haar manier van zingen en van haar leren, misschien zelfs genieten van wat haar stem allemaal kan. Alleen had het op mij niet die uitwerking.

Lees verder op CultuurpodiumOnline.