Ik loop naar mijn fiets en passeer een krul, het bekende plashokje voor mannen dat een onpasselijke geur verspreid. Ik houd voor een moment mijn adem in en sluit mijn reukorgaan af.
Een man verlaat de krul. Hij ritst zijn broek dicht en kijkt me aan. “Lekker likken, lekker je poesje likken, kom maar, lekker likken likken, lekker lekker,” roept hij naar me.
Ik doe alsof ik niets hoor en loop zonder om te kijken naar mijn fiets. Langzaam ontdoe ik mijn fiets van de sloten. Als ik mijn fiets het rek uitrijd en hem in de richting van de krul klaarzet, durf ik pas te kijken of de viespeuk er nog staat.
De kust is vrij.
Met een onrustig gevoel fiets ik naar huis. Gelukkig is het druk op straat en krijg ik mijn veilige gevoel al snel weer terug.
Ondertussen denk ik na of die viespeuk inmiddels iemand anders te grazen heeft genomen met zijn perverse opmerkingen. Mijn gedachten gaan even terug naar een krantenartikel in Het Parool, waarin een aantal serieverkrachters in Amsterdam werd besproken. Ook op het Leidseplein liep er lange tijd eentje rond. Hij volgde zijn slachtoffers naar huis en verwoestte hun leven. Nu denk ik dat deze viespeuk het bij zijn opmerkingen zal houden, maar je weet het nooit zeker.
Het blijft oppassen geblazen, want er loopt veel gespuis rond op de wereld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *