Lullaby of Birdland was gister het laatste deuntje dat ik samen met mijn combo (=jazzband) zong in onze oefenruimte. Het zingen ging deze keer erg lekker, maar het was tijd om onze spullen in te pakken en naar huis te gaan. We liepen met z’n drietjes naar buiten, staken het plein over en liepen naar de auto terwijl we nog wat nababbelden. Opeens hoorden we de klanken van Lullaby of Birdland om ons heen fluiten. Verbaasd keek ik naar de mannen. Zij keken al net zo verbaasd naar elkaar en naar mij. Maar niemand van ons fluitte dit deuntje. We keken om ons heen, probeerden te achterhalen waar de klanken vandaan kwamen, maar zagen niemand.
Dit was gek.
Het fluiten bleef aanhouden. We luisterden nog eens goed naar de melodie. Het waren onmiskenbaar dezelfde tonen die ik net had gezongen. Maar wie fluitte daar dan?
Toen we de straat bij de oefenruimte naderden zagen we een fietslichtje in de verte dichterbij komen, net als het gefluit, dat weerkaatste tegen de muren van de huizen. “Lullaby of Birdland” zong onze bassist naar de fietser. De fietser keek verbaasd maar herkende de bassist en stapte af om een praatje te maken. Het was een vrolijke man, die al net zo verbaasd was dat zijn deuntje het laatste nummer was dat wij net hadden gespeeld.
En toeval bestaat niet zeggen ze dan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *