“De prikken van de brandnetels voel je na vijf minuten niet meer,” zei de mevrouw geruststellend op het klapstoeltje bij de ingang. Ze had een hoedje op tegen de zon, haar ogen keken me door haar grote bruine zonnebril vriendelijk aan.
Ik staarde bevreesd naar het stuk land dat overwoekerd was door brandnetels, gras en riet. Tussen al dat groen stonden, of lagen, graven. Schots en scheef, kapot en soms tekstloos.

“Meneer,” riep ik naar een onbekende die verder durfde te lopen door de lange broek die hij droeg, “staat er aan de andere zijde van de grafstenen wél tekst?”
Hij schudde zijn hoofd. “Het zal wel afgesleten zijn.”
Maar het leek me dat de tand des tijds altijd wel een reliëf van zijn slijtageslag zou achterlaten.

Later las ik dat op de Joodse begraafplaats naast het Flevopark veel arme Joden waren begraven die geen nabestaanden hadden. Kennelijk kreeg je dan geen tekst op je steen.

Ik worstelde me door de brandnetels, probeerde de paadjes die anderen hadden gemaakt te volgen, maar ontkwam niet aan enkele prikken. Het gaf niet. Want eindelijk kon ik achter de gesloten muur, die altijd een zweem van mysterie om zich heen had, kijken. Het voelde alsof ik als niet-welkome buitenstaander gluurde in de keuken van de dood. Luguber, bijzonder.

Via boerderij De Vergulden Eenhoorn (aan de prachtige Ringdijk), dat minder indrukwekkend was dan ik had gehoopt, fietste ik naar het Gemeenlandshuis aan de Diemerzeedijk.

Ook weer een fijn staaltje historie met details die ik graag vaker tegenkom in huizen.

Het was binnen overbevolkt, het statige landshuis was overspoeld door open monumentendagbezoekers. Dus liepen we al snel naar buiten waar we dankbaar gebruik maakten van de schaduw die enkele bomen over het gras wierpen. Maar al leunend tegen het hek, kreeg een brandnetel de been van lief in zijn greep.

Toen we aan het einde van de warme middag thuis kwamen wreven we over onze pijnlijke plek. Niet iédere prik verdween na vijf minuten.

2 reacties

  1. Op een begraafplaats over elkaars prikplekken heen plassen staat niet zo netjes. Maar het schijnt de beste manier te zijn. Er is nog een plantje, groeit altijd dicht in de buurt van brandnetels, dat ook verlichting brengt. Ben al jaren de naam kwijt en zeg ook al jaren ‘oh ja’…

  2. @Josephine: Hondsdraf! Zag ’t tussen al die brandnetels alleen niet staan. 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *