Een hoopvol zonnetje liet mijn gezicht stralen toen ik op de laatste warme dag van het jaar naar Westerpark fietste. Het was een route die ik jaren geleden regelmatig nam toen ik nog studeerde aan de Djam en zangles had bij Cantina Vocaal.
Zingen. Dat was lang geleden.

Opeens kwamen klanken van een gitaar en mannenstem me via luidsprekers tegemoet. Op tuinstoelen en bankjes zaten mensen te luisteren, fietsers vielen bijna van hun zadel toen ze halsoverkop op hun rem trapten, voetgangers hielden hun pas in.
De jongen gaf met zijn stem en gitaar net dat beetje extra sfeer aan deze nazomerse dag. Zijn aantrekkingskracht hielden voorbijgangers in zijn greep. Mij ook. Ik fietste door, maar keek wel tien keer achterom.

Hij kon zingen. Het maakte niet uit of alle noten zuiver waren. Want hij kon zingen.
En toen besefte ik dat het niet om de techniek ging. Het ging om het gevoel dat hij bij de mensen teweeg bracht. Een innerlijke glimlach, een kriebel in de buik, kippenvel.
Altijd had ik op mezelf gelet tijdens het zingen. Elke gezongen noot analyseerde ik. En ging daarmee voorbij aan de essentie. Het gevoel

Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan dat ik mijn ego zo groot had laten worden. Mezelf zo belangrijk had gemaakt. Ik was niet belangrijk. Dat was het publiek dat met een goed gevoel naar huis ging.

Waarom heb ik me daar nooit op kunnen focussen?

3 reacties

  1. Simpel, omdat de tegenwoordige tijd van iedereen eist dat hij/zij perfect is en dat er te weinig tijd wordt genomen om te genieten. Het “gevoel” nu (terug)vinden is dan ook heel erg fijn. Ga je nu weer zingen?

  2. ik denk dat je daar misschien wel helemaal niet bij na moet denken.
    Een zangeres moet op de noten letten, op haar stem, en het publiek hoort gewoon aan.

Laat een antwoord achter aan inge Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *