“Ik merk dat de kennis hier niet toereikend is. Als je vraag niet wordt begrepen word je van het kastje naar de muur gestuurd.”

Ik was de kom waar mijn zelfgemaakte yoghurt in zat af. En luister naar haar klaagzang.

“Een half uur geleden nog, kreeg ik alleen te horen dat de medewerker het niet wist en werd ik naar de verkeerde afdeling gestuurd.” 
Ze kijkt me indringend aan. “Of werk jij soms ook achter die muur?”

Ik knik. Daar werk ik ook. Ze klaagt tegenover degene die onderdeel is van de klacht. “De afdeling die het wel wist was in bespreking en kon u daarom niet te woord staan,” probeer ik.

“Maar er staan toch openingstijden? Dan moeten ze toch altijd bereikbaar zijn?”

“Zo werkt het helaas niet. Bij afwezigheid beantwoorden collega’s met minder verstand van zaken de vragen. En die kunnen niet altijd een antwoord geven.”

“Dan kunnen ze dat toch gewoon zeggen en mijn e-mailadres noteren?”

Ik ben het met haar eens. “U kunt een klacht indienen,” zeg ik. Het is grappig om te zeggen dat ze een klacht tegen mijn afdeling kan indienen. En indirect tegen mezelf.

Als ze me wijfelend aankijkt weet ik zeker dat ze het niet gaat doen. Ze is van het type dat het fijn vindt om te klagen, maar er verder niets aan doet.

Ik verdwijn met mijn afgewassen kom achter de muur. Voor haar is er niemand meer om tegen te klagen.

1 reactie

Laat een antwoord achter aan Virginie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *